leven

listen to the pronunciation of leven
Niederländisch - Türkisch
yasa
beraber yaşamak
yaşamak
hayatları
ömürlü
hayattan
canlı

Beni asla canlı ele geçiremeyeceksin! - Je zult me nooit levend in handen krijgen.

Kedi canlı bir fare ile oynuyordu. - De kat was aan het spelen met een levende muis.

oturma
hayatlar
yaşamak

İnsan sağlıklı yaşamak isterse, her gün bir saat koşmalı. - Als je gezond wilt leven, moet je elke dag een uur hardlopen.

150 yaşına kadar yaşamak neredeyse imkansız mı? - Is het bijna onmogelijk om te blijven leven tot je 150 bent?

naklen
yaşar
yaşamakta
hayata
ömür
hayatında
yaşama
yaşarlar
canl
hayat

Ben o tür bir hayat yaşayamam. - Ik kan zo niet leven.

O, hayatında gördüğü en güzel yüzdü. - Het was het mooiste gezicht dat hij in zijn leven gezien had.

yaşam

Yaşam olduğu sürece umut da olacaktır. - Zolang er leven is, is er hoop.

İnsan yaşamak için yemeli, yemek için yaşamamalı. - Men moet eten om te leven, niet leven om te eten.

yaşayan
yaşayış
yaşantı
yaşamı
hayatın
bir yaşam
Niederländisch - Englisch
life

I can't live that kind of life. - Ik kan zo niet leven.

Not for life, but for school do we learn. - We leren niet voor het leven, maar voor school.

living

He was envious of her way of living. - Hij was jaloers op haar levensstijl.

I think my living with you has influenced your way of living. - Ik denk dat ons samenwonen je manier van leven beïnvloed heeft.

lives

Cats have nine lives. - Een kat heeft negen levens.

A cat has nine lives. - Een kat heeft negen levens.

live

I learned to live without her. - Ik heb geleerd te leven zonder haar.

Humans were never meant to live forever. - Het was nooit de bedoeling dat mensen eeuwig zouden leven.

Englisch - Englisch
{n} dough fermented, a mixture
Lightning