Zwei verwirrte Spatzen flogen durch die Tür hinein und durch das Fenster hinaus.
- Twee verwarde mussen vlogen binnen langs de deur en buiten langs het raam.
Du musst die Schuhe ausziehen, ehe du in ein Haus hineingehst.
- Je moet je schoenen uittrekken voordat je een huis binnengaat.
Er hat eine wichtige Position innerhalb des Betriebs.
- Hij heeft een belangrijke positie binnen het bedrijf.
Wir müssen die Arbeit innerhalb eines Tages tun.
- We moeten het werk binnen een dag doen.
Jemand schubste mich nach innen.
- Iemand duwde mij naar binnen.
Die Tür war von innen verschlossen.
- De deur was van binnenaf gesloten.