Onun tembelliği, gelecek için kötü bir işaretti.
- Haar luiheid was een slecht teken voor de toekomst.
Japoncamı gerçekten kötü buluyorum.
- Ik vind mijn Japans erg slecht.
Smoking is very bad for your health.
- Roken is erg slecht voor de gezondheid.
He makes a bad impression.
- Hij maakt een slechte indruk.
He expresses himself badly.
- Hij drukt zich slecht uit.
She is pretty bad at tennis.
- Ze is best slecht in tennis.