Der Bauer ging in den Schweinestall hinein.
- De boer ging de varkensstal binnen.
Du musst die Schuhe ausziehen, ehe du in ein Haus hineingehst.
- Je moet je schoenen uittrekken voordat je een huis binnengaat.
Wir können innerhalb einer Woche ausliefern.
- We kunnen leveren binnen een week.
Das Festival war innerhalb von zwei Stunden ausverkauft.
- Het festival was binnen twee uur uitverkocht.
Das Auditorium ist innen vollständig mit Holz verkleidet.
- Het auditorium is binnen helemaal met hout bekleed.
Die Tür war von innen verschlossen.
- De deur was van binnenaf gesloten.