They're eating apples. - Ze zijn appels aan het eten.
They're eating apples.
Ze zijn appels aan het eten.
Have you finished eating your lunch? - Ben je klaar met het eten van je lunch?
Have you finished eating your lunch?
Ben je klaar met het eten van je lunch?
Yemek güzel ve buradaki hizmet güzel. - Het eten is goed, en de bediening hier is goed.
Yemek güzel ve buradaki hizmet güzel.
Het eten is goed, en de bediening hier is goed.
Akşam yemeğinden sonra Japonca çalıştı. - Na het eten studeerde ze Japans.
Akşam yemeğinden sonra Japonca çalıştı.
Na het eten studeerde ze Japans.