Kitabı diğerlerinin üzerine koy.
- Leg das Buch auf die anderen.
Üç tane köpeğim var; birisi erkek, diğerleri dişi.
- Ich habe drei Hunde; einer ist männlich und die anderen sind weiblich.
Biri beni öteki hattan arıyor.
- Ik heb iemand op de andere lijn.
Bir oğlum ve bir kızım var. Biri New York'ta, diğeri Londra'da.
- Ik heb een zoon en een dochter. De ene is in New York, en de andere in Londen.
Karını asla bir başka kadınla karşılaştırma.
- Vergelijk nooit je vrouw met een andere vrouw.
Onu seviyorum ama o başka birini seviyor.
- Ik hou van hem, maar hij houdt van iemand anders.
Can it be phrased in another way?
- Kan dat ook anders geformuleerd worden?
To know is one thing, and to do is another.
- Weten is één ding, het ook doen is heel wat anders.
Some people like sports, and others don't.
- Sommige mensen houden van sport, andere niet.
The two of you need to take the basket of apples over to your grandfather, the mother said. You will grab it from one side, and you - from the other. And that's how you'll set out.
- Jullie moeten samen een mandje appels naar opa brengen, zei moeder. Jij houdt de ene kant vast, en jij de andere. En zo lopen jullie dan.