Eşimin gerçekten öldüğünü kabullenemezdim.
- Ik kon niet accepteren dat mijn vrouw echt dood was.
Eşimle bir sorunum yok.
- Ik heb geen probleem met mijn vrouw.
O, karımın bir arkadaşıdır.
- Zij is een vriendin van mijn vrouw.
Karım bahçesini sever.
- Mijn vrouw houdt van haar tuin.
Eşim bahçesini seviyor.
- Mijn vrouw houdt van haar tuin.
Eşimle bir sorunum yok.
- Ik heb geen probleem met mijn vrouw.
Karını asla bir başka kadınla karşılaştırma.
- Vergelijk nooit je vrouw met een andere vrouw.
İster inan ister inanma, ama o kadının üç çocuğu var.
- Geloof het of niet, maar die vrouw heeft drie kinderen.
Once upon a time, there lived a poor man and a rich woman.
- Er waren eens een arme man en een rijke vrouw.
Who is that woman with the brown coat?
- Wie is de vrouw met de bruine jas?
He wanted to be woken up early by his wife.
- Hij wilde vroeg wakker gemaakt worden door zijn vrouw.
He is fortunate having such a good wife.
- Hij heeft geluk zo'n goede vrouw te hebben.
I have three dogs. One is male and the other two are female.
- Ik heb drie honden. Eentje is mannelijk en de andere twee zijn vrouwelijk.
A doe is a female deer.
- Een hinde is een vrouwelijk hert.