Eşimin gerçekten öldüğünü kabullenemezdim.
- Ik kon niet accepteren dat mijn vrouw echt dood was.
Eşimle bir sorunum yok.
- Ik heb geen probleem met mijn vrouw.
Karım bahçesini sever.
- Mijn vrouw houdt van haar tuin.
O, karımın bir arkadaşıdır.
- Zij is een vriendin van mijn vrouw.
Eşimle bir sorunum yok.
- Ik heb geen probleem met mijn vrouw.
Eşimin gerçekten öldüğünü kabullenemezdim.
- Ik kon niet accepteren dat mijn vrouw echt dood was.
Küçük kadın gri bir takım elbise giymişti.
- De kleine vrouw had een grijs pak aan.
Arabada bir kadın ve iki köpek görüyorum.
- Ik zie een vrouw en twee honden in de auto.
When your eyes encounter a beautiful woman, knock her out.
- Wanneer je ogen een schone vrouw aanschouwen, sla ze dan neer.
Once upon a time, there lived a poor man and a rich woman.
- Er waren eens een arme man en een rijke vrouw.
He wanted to be woken up early by his wife.
- Hij wilde vroeg wakker gemaakt worden door zijn vrouw.
My wife is a poor driver.
- Mijn vrouw kan slecht autorijden.
Only 16 percent of the teachers of this school are female.
- Slechts zestien procent van de leraren van deze school is vrouwelijk.
I have three dogs. One is male and the other two are female.
- Ik heb drie honden. Eentje is mannelijk en de andere twee zijn vrouwelijk.