Kuvvetli bir rüzgar esiyor ve ben hızlı gidemiyorum.
- Er waait een sterke wind en ik kan niet snel gaan.
Güçlü birtakım olduğumuzu düşünüyorum.
- Ik denk dat we een sterk team zijn.
O hiç olmadığı kadar güçlü.
- Hij is sterker dan ooit tevoren.
Everyone has their own strong and weak points.
- Iedereen heeft zijn sterke en zwakke punten.
I am as strong as you.
- Ik ben zo sterk als gij.
I strongly advise you not to do that.
- Ik raad je sterk aan dat niet te doen.
I feel strongly that men and women are equal.
- Ik ben er sterk van overtuigd dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn.