kinderen

listen to the pronunciation of kinderen
Dutch - Turkish
çocuklarım
küçük çocuk
çocuklu
çocukları
çocuklar

Çocukların bu gölde yüzmesini tehlikeli buluyorum. - Ik vind het gevaarlijk voor kinderen om in dit meer te zwemmen.

Yaşlı çiftin hiç çocukları yoktu. - Het oude koppel had geen kinderen.

Dutch - English
kids

More kids, more hands. - Meer kinderen, meer handen.

Do you have any kids? - Hebben jullie kinderen?

children's
children

Parents love their children. - Ouders houden van hun kinderen.

Bring your children along. - Neem uw kinderen mee.

childrens
chıldren

Rubén is the father of three children. - Rubén is vader van drie kinderen.

What children! You send them to get candy and they return with a dog! - Wat een kinderen! Je stuurt ze weg om snoepjes, en ze komen terug met een hond!