kinderen

listen to the pronunciation of kinderen
Dutch - Turkish
çocuklarım
küçük çocuk
çocuklu
çocukları
çocuklar

Ada, çocuklar için bir cennettir. - Het eiland is een paradijs voor kinderen.

Çocuklar bloklarla oynarlar. - Kinderen spelen met blokken.

Dutch - English
kids

Do you have any kids? - Hebben jullie kinderen?

The kids aren't playing in the living room but rather in the garden. - De kinderen spelen niet in de woonkamer, maar in de tuin.

children's
children

Bring your children along. - Neem uw kinderen mee.

What children! You send them to get candy and they return with a dog! - Wat een kinderen! Je stuurt ze weg om snoepjes, en ze komen terug met een hond!

childrens
chıldren

Rubén is the father of three children. - Rubén is vader van drie kinderen.

What children! You send them to get candy and they return with a dog! - Wat een kinderen! Je stuurt ze weg om snoepjes, en ze komen terug met een hond!