Ben kendi davranışımdan sorumluyum.
- Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen gedrag.
I'm not proud of my behaviour.
- Ik ben niet trots op mijn gedrag.
His behaviour was bad.
- Hij heeft zich slecht gedragen.
He is ashamed of his son's conduct.
- Hij is beschaamd over het gedrag van zijn zoon.
The girl was given a prize for good conduct.
- Het meisje kreeg een prijs voor goed gedrag.
We regarded his behavior as childish.
- We vonden zijn gedrag kinderachtig.
His behavior truly surprised me.
- Zijn gedrag verbaasde me werkelijk.