een dag

listen to the pronunciation of een dag
Dutch - English
one day

She read the book in one day. - Zij heeft het boek in een dag uitgelezen.

Can you do it in one day? - Kunt u het doen in één dag?

a day
someday

Her wish is to study abroad someday. - Ze wenst op een dag in het buitenland te studeren.

You'll forget about me someday. - Op een dag zal je me vergeten.