kinderen

listen to the pronunciation of kinderen
Niederländisch - Türkisch
çocuklarım
küçük çocuk
çocuklu
çocukları
çocuklar

Çocukların bu gölde yüzmesini tehlikeli buluyorum. - Ik vind het gevaarlijk voor kinderen om in dit meer te zwemmen.

Yaşlı çiftin hiç çocukları yoktu. - Het oude koppel had geen kinderen.

Niederländisch - Englisch
kids

I put some cookies on the table and the kids ate them right up. - Ik zette wat koekjes op tafel en de kinderen aten ze meteen op.

More kids, more hands. - Meer kinderen, meer handen.

children's
children

In this country the average number of children per family fell from 2 to 1.5. - In dit land is het gemiddeld aantal kinderen per gezin gedaald van 2 naar 1,5.

Rubén is the father of three children. - Rubén is vader van drie kinderen.

childrens
chıldren

Rubén is the father of three children. - Rubén is vader van drie kinderen.

In this country the average number of children per family fell from 2 to 1.5. - In dit land is het gemiddeld aantal kinderen per gezin gedaald van 2 naar 1,5.