She spoke with a soft voice. - Ze sprak met zachte stem.
She spoke with a soft voice.
Ze sprak met zachte stem.
I like to sleep on a soft bed. - Ik slaap graag in een zacht bed.
I like to sleep on a soft bed.
Ik slaap graag in een zacht bed.
In the distance I hear the sound of softly murmuring roads. - In de verte hoor ik het geluid van zacht ruisende wegen.
In the distance I hear the sound of softly murmuring roads.
In de verte hoor ik het geluid van zacht ruisende wegen.