Определение uit в Нидерландский Язык Английский Язык словарь
- off
Could you turn off the lights?
- Wil je het licht uitdoen alsjeblieft?
I'm getting off at the next station.
- Ik stap uit op het volgende station.
- from
He returned from China.
- Hij is teruggekomen uit China.
He came back from China.
- Hij is teruggekomen uit China.
- from among
- extracted from
- made up
The earth is made up of sea and land.
- De aarde bestaat uit zee en land.
Sixty minutes make an hour, and a minute is made up of sixty seconds.
- Zestig minuten maken een uur, en een minuut bestaat uit zestig seconden.
- out
Don't forget to turn off the gas before going out.
- Vergeet het gas niet uit te doen voordat jullie naar buiten gaan.
The light went out by itself.
- Het licht ging vanzelf uit.
- coming from
