Hava dün bayağı kötüydü.
- Het weer was gisteren erg slecht.
Onun tembelliği, gelecek için kötü bir işaretti.
- Haar luiheid was een slecht teken voor de toekomst.
A bad wife turns her husband into a shipwreck.
- Een slechte vrouw maakt een scheepswrak van haar man.
He makes a bad impression.
- Hij maakt een slechte indruk.
He expresses himself badly.
- Hij drukt zich slecht uit.
She is pretty bad at tennis.
- Ze is best slecht in tennis.