Altı kere bana araba çarptı. - Ik ben zes keer door een auto aangereden.
Altı kere bana araba çarptı.
Ik ben zes keer door een auto aangereden.
Haftada en az bir kere kütüphaneye giderim. - Ik ga minstens één keer per week naar de bibliotheek.
Haftada en az bir kere kütüphaneye giderim.
Ik ga minstens één keer per week naar de bibliotheek.
I repeated the word several times for her. - Ik heb het woord een aantal keer voor haar herhaald.
I repeated the word several times for her.
Ik heb het woord een aantal keer voor haar herhaald.
The population of China is 8 times that of Japan. - De bevolking in China is acht keer groter dan die in Japan.
The population of China is 8 times that of Japan.
De bevolking in China is acht keer groter dan die in Japan.