Kütüphanede yalnızdılar.
- In de bibliotheek waren ze alleen.
O, kitabı kütüphaneye geri götürdü.
- Ze bracht het boek terug naar de bibliotheek.
I have to return this book to the library today.
- Ik moet dit boek vandaag terugbrengen naar de bibliotheek.
I saw John at the library.
- Ik heb John gezien in de bibliotheek.