alleen

listen to the pronunciation of alleen
Нидерландский Язык - Турецкий язык
keşke
tek başına

Tek başına seyahat etmek istiyor. - Hij reist graag alleen.

Onu tek başına yapsın. - Laat hem het alleen doen.

yalnız başına
tek başıma
yalnız

Kütüphanede yalnızdılar. - In de bibliotheek waren ze alleen.

Buraya yalnız mı geldin? - Ben je hier alleen heen gekomen?

keşkeler
yaln
baş başa
biricik
sadece

Bu saçma. Sadece bir ahmak buna inanabilir. - Dat is absurd. Alleen een dommerik kan dat geloven.

Cennet ve cehennem sadece insanın kalbinde bulunur. - Hemel en hel bestaan alleen in het menselijk hart.

bir başına
Немецкий Язык - Английский Язык
malls
promenades
proms
alleys
avenues
Нидерландский Язык - Немецкий Язык
alleingang
einzig
lediglich

Du musst lediglich das Zimmer aufräumen. - Je hoeft alleen maar je kamer schoon te maken.

allein

Ein Unglück kommt selten allein. - Een ongeluk komt zelden alleen.

Er hat für sich selbst beschlossen, dass er allein dort hingehen wird. - Hij heeft voor zichzelf beslist dat hij daar alleen zou gaan.

bloss
alleine
nur noch