Eşimin gerçekten öldüğünü kabullenemezdim.
- Ik kon niet accepteren dat mijn vrouw echt dood was.
Eşim bahçesini seviyor.
- Mijn vrouw houdt van haar tuin.
Karım bahçesini sever.
- Mijn vrouw houdt van haar tuin.
Onun karısı Fransızdır.
- Zijn vrouw is Franse.
Eşimle bir sorunum yok.
- Ik heb geen probleem met mijn vrouw.
Eşimin gerçekten öldüğünü kabullenemezdim.
- Ik kon niet accepteren dat mijn vrouw echt dood was.
İster inan ister inanma, ama o kadının üç çocuğu var.
- Geloof het of niet, maar die vrouw heeft drie kinderen.
Adam ve kadın çay içer.
- De man en de vrouw drinken thee.
Who is that woman with the brown coat?
- Wie is de vrouw met de bruine jas?
The woman is reading.
- De vrouw is aan het lezen.
My wife is a poor driver.
- Mijn vrouw kan slecht autorijden.
He wanted to be woken up early by his wife.
- Hij wilde vroeg wakker gemaakt worden door zijn vrouw.
Only 16 percent of the teachers of this school are female.
- Slechts zestien procent van de leraren van deze school is vrouwelijk.
I have three dogs. One is male and the other two are female.
- Ik heb drie honden. Eentje is mannelijk en de andere twee zijn vrouwelijk.