vrouw

listen to the pronunciation of vrouw
Нидерландский Язык - Турецкий язык
kadie
karısının
kadındı

Eşimin gerçekten öldüğünü kabullenemezdim. - Ik kon niet accepteren dat mijn vrouw echt dood was.

Eşim bahçesini seviyor. - Mijn vrouw houdt van haar tuin.

kadını
eşini
kadının
kadınım
karı

Karım bahçesini sever. - Mijn vrouw houdt van haar tuin.

Onun karısı Fransızdır. - Zijn vrouw is Franse.

eşi

Eşimle bir sorunum yok. - Ik heb geen probleem met mijn vrouw.

Eşimin gerçekten öldüğünü kabullenemezdim. - Ik kon niet accepteren dat mijn vrouw echt dood was.

kadın

İster inan ister inanma, ama o kadının üç çocuğu var. - Geloof het of niet, maar die vrouw heeft drie kinderen.

Adam ve kadın çay içer. - De man en de vrouw drinken thee.

karısını
avrat
Нидерландский Язык - Английский Язык
woman

Who is that woman with the brown coat? - Wie is de vrouw met de bruine jas?

The woman is reading. - De vrouw is aan het lezen.

wife

My wife is a poor driver. - Mijn vrouw kan slecht autorijden.

He wanted to be woken up early by his wife. - Hij wilde vroeg wakker gemaakt worden door zijn vrouw.

female

Only 16 percent of the teachers of this school are female. - Slechts zestien procent van de leraren van deze school is vrouwelijk.

I have three dogs. One is male and the other two are female. - Ik heb drie honden. Eentje is mannelijk en de andere twee zijn vrouwelijk.

missus