That guitar is so expensive that I can't buy it.
- Die gitaar is zo duur dat ik hem niet kan kopen.
Ah! If I were rich, I'd buy myself a house in Spain.
- Ah! Als ik rijk zou zijn, zou ik voor mezelf een huis kopen in Spanje.
If that guitar weren't so expensive, I could buy it.
- Als die gitaar niet zo duur zou zijn, kon ik haar kopen.
I would buy it, except that it costs too much.
- Ik zou het kopen, maar het kost te veel.
Today is Tuesday. I am buying fishes.
- Vandaag is het dinsdag. Ik ben vissen aan het kopen.
I'm in an Armani store buying a suit, of course, Dima replied.
- Ik ben in een Armaniwinkel een pak aan het kopen, natuurlijk, antwoordde Dima.