Ah! If I were rich, I'd buy myself a house in Spain.
- Ah! Als ik rijk zou zijn, zou ik voor mezelf een huis kopen in Spanje.
I can't decide which dress I should buy.
- Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.
If I had money, I could buy it.
- Als ik geld had, kon ik het kopen.
If that guitar weren't so expensive, I could buy it.
- Als die gitaar niet zo duur zou zijn, kon ik haar kopen.
Don't waste your money by buying things you don't need.
- Verspil je geld niet door dingen te kopen die je niet nodig hebt.
Today is Tuesday. I am buying fishes.
- Vandaag is het dinsdag. Ik ben vissen aan het kopen.