Çocuklar bloklarla oynarlar.
- Kinderen spelen met blokken.
Yaşlı çiftin hiç çocukları yoktu.
- Het oude koppel had geen kinderen.
Do you have any kids?
- Hebben jullie kinderen?
I put some cookies on the table and the kids ate them right up.
- Ik zette wat koekjes op tafel en de kinderen aten ze meteen op.
What children! You send them to get candy and they return with a dog!
- Wat een kinderen! Je stuurt ze weg om snoepjes, en ze komen terug met een hond!
Rubén is the father of three children.
- Rubén is vader van drie kinderen.
What children! You send them to get candy and they return with a dog!
- Wat een kinderen! Je stuurt ze weg om snoepjes, en ze komen terug met een hond!
Rubén is the father of three children.
- Rubén is vader van drie kinderen.