Определение groot в Нидерландский Язык Английский Язык словарь
- vast
Your intelligence is as vast as the distance between Bombay and Mumbai.
- Jouw intelligentie is precies zo groot als de afstand tussen Bombay en Mumbai.
- large
I have a large family.
- Ik heb een groot gezin.
Manpower is the world's largest temp agency.
- Manpower is het grootste uitzendbureau ter wereld.
- great
He had the honor of being presented to a great writer.
- Hij had de eer voorgesteld te worden aan een groot schrijver.
That American movie was a great success.
- De Amerikaanse film was een groot succes.
- big
If you want to become big and strong when you grow up, you have to eat a lot of spinach and peanut butter sandwiches.
- Als je later groot en sterk wilt worden, moet je veel spinazie en boterhammen met pindakaas eten.
He has a big restaurant near the lake.
- Hij heeft een groot restaurant vlak bij het meer.
