Определение fout в Нидерландский Язык Английский Язык словарь
- floater
- mistake
You have made the very same mistake again.
- Je hebt weer dezelfde fout gemaakt.
I must have made a mistake.
- Ik zal wel een fout gemaakt hebben.
- flaw
Tom discovered a flaw in the ship's design.
- Tom ontdekte een fout in het ontwerp van het schip.
I can't find a single flaw in her theory.
- Ik kan geen enkele fout in haar theorie vinden.
- error
There are errors in this phone bill.
- Er staan fouten in deze telefoonrekening.
I assure you that an error like this will never happen again.
- Ik verzeker je dat een fout zoals deze nooit meer zal voorkomen.
- fault
That is no fault of Jack's.
- Dat is niet de fout van Jack.
He owned up to his fault.
- Hij heeft zijn fout erkend.
