Siz birbirinize çok benziyorsunuz.
- Jullie lijken erg op elkaar.
Endonezya bayrağı ile Polonya'nınki birbirine benziyor.
- De vlag van Indonesië en die van Polen gelijken op elkaar.
John ve Mary birbirini seviyordu.
- John en Mary hielden van elkaar.
Siz birbirinize çok benziyorsunuz.
- Jullie lijken erg op elkaar.
Birbirlerini çok iyi tanımazlar.
- Zij kennen elkaar niet zo goed.
Endonezya bayrağı ile Polonya'nınki birbirine benziyor.
- De vlag van Indonesië en die van Polen gelijken op elkaar.
O kadınlar birbirlerine benziyorlar mı?
- Lijken die vrouwen op elkaar?
Kızlar birbirlerine bakıyorlar.
- De meisjes bekijken elkaar.
They are too busy fighting against each other to care for common ideals.
- Ze zijn er te druk mee elkaar te bevechten om zich om gemeenschappelijke idealen te bekommeren.
They looked at the rubbish, then they looked at each other.
- Eerst zagen ze de rommel, vervolgens keken ze elkaar aan.
They sat side by side.
- Zij zaten naast elkaar.
The Dutch and the Belgian tricolour were streaming side by side amiably in the village on the border.
- De Nederlandse en de Belgische driekleur wapperden gemoedelijk naast elkaar in het grensdorp.
All you can do is trust one another.
- Het enige wat jullie kunnen doen, is elkaar vertrouwen.