Onlar genç iken evlendiler. - Zij zijn getrouwd toen ze nog jong waren.
Onlar genç iken evlendiler.
Zij zijn getrouwd toen ze nog jong waren.
Genç kız kaygısızca kahkaha attı. - Het jonge meisje lachte zorgeloos.
Genç kız kaygısızca kahkaha attı.
Het jonge meisje lachte zorgeloos.
Yavru kuşun yuvadan düştüğünü sanıyorum. - Ik denk dat het jong uit het nest zal vallen.
Yavru kuşun yuvadan düştüğünü sanıyorum.
Ik denk dat het jong uit het nest zal vallen.
My youngest sister is a teacher, my oldest one, a medical doctor. - Mijn jongste zus is lerares, mijn oudste dokter.
My youngest sister is a teacher, my oldest one, a medical doctor.
Mijn jongste zus is lerares, mijn oudste dokter.
Whom the gods love die young. - Zij, van wie de goden houden, sterven jong.
Whom the gods love die young.
Zij, van wie de goden houden, sterven jong.