He can't afford to get married. - Hij kan het zich niet veroorloven om te trouwen.
He can't afford to get married.
Hij kan het zich niet veroorloven om te trouwen.
I can't afford to eat in such an expensive restaurant. - Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.
I can't afford to eat in such an expensive restaurant.
Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.