Kendini evinde gibi hisset.
- Doe alsof je thuis bent.
Kendini evinde gibi hisset.
- Doe alsof je thuis bent.
Bütün gün evde kaldım.
- Ik ben de hele dag thuis gebleven.
Babam şu anda evde değil.
- Mijn vader is niet thuis op het moment.
We will be at home today.
- Vandaag zullen we thuis zijn.
Did you stay home to study for the test?
- Ben je thuis gebleven om te leren voor de toets?
I sometimes dream of home.
- Soms droom ik over thuis.
Does he come home at six?
- Komt hij om zes uur thuis?
Daniela called me at home.
- Daniela heeft me thuis opgebeld.
We can't keep a sheep at home. What should we do with it?
- We kunnen thuis geen schaap houden. Wat moeten we er daar mee doen?