Bu su biraz tuzludur.
- Dit water is een beetje zoutig.
Shall we add a bit more salt?
- Zouden we er een beetje meer zout bij doen?
Rub salt in the wound.
- Zout in iemands wonden wrijven.
Actually, the soup was too salty.
- Ik werkelijkheid was de soep te zout.
You can't drink seawater because it is too salty.
- Zeewater kun je niet drinken omdat het te zout is.