O her zaman mavi gömlek giyer. - Hij heeft altijd een blauw hemd aan.
O her zaman mavi gömlek giyer.
Hij heeft altijd een blauw hemd aan.
O her zaman mavi gömlekler giyer. - Hij draagt altijd blauwe hemden.
O her zaman mavi gömlekler giyer.
Hij draagt altijd blauwe hemden.
My shirt isn't dry yet. - Mijn hemd is nog niet droog.
My shirt isn't dry yet.
Mijn hemd is nog niet droog.
He only paid ten dollars for that shirt. - Hij betaalde maar tien dollar voor het hemd.
He only paid ten dollars for that shirt.
Hij betaalde maar tien dollar voor het hemd.