koken

listen to the pronunciation of koken
Niederländisch - Türkisch
kaynat
ocaklık
kaynatmak
çıban
pişir
yemek pişirme
radde
galeyana gelmek
Niederländisch - Englisch
cook

Have you learned cooking or anything? - Heb jij leren koken of zo?

I'm not willing to cook dinner for twenty people. - Ik ben niet van plan om voor twintig man te koken.

boil

I burned myself with boiling water. - Ik heb mezelf verbrand aan kokend water.

The tea is boiling hot. - De thee is kokend heet.

cooking

I'm used to cooking for myself. - Ik ben gewoon om voor mezelf te koken.

What are you cooking? - Wat zijn jullie aan het koken?

Englisch - Englisch
A black-clad person who enters the stage to rearrange the set, unremarked by the actors
knave
koken
Favoriten