Нидерландский Язык - Английский Язык
Определение dinsdag в Нидерландский Язык Английский Язык словарь
- tuesday
Finishing the job by Tuesday will be a piece of cake.
-Het gaat makkelijk worden dit werk voor dinsdag af te krijgen.
Today is Tuesday. I am buying fishes.
-Vandaag is het dinsdag. Ik ben vissen aan het kopen.
- {n} the third day of the week
- The third day of the week, following Monday and preceding Wednesday
- the third day of the week; the second working day
dinsdag
Resimler
Избранное